Wie beweert dat de consument minder vlees eet dan vroeger, krijgt weinig tegenspraak. Haast elke foodservice zaak heeft veggie suggesties op de kaart, ook in de retail groeit het assortiment vleesvervangers. Tegelijk zien we ook de opkomst van ‘het betere vlees’. Denk maar aan de forse, gemarmerde steaks van runderrassen zoals Wagyu, Simmental en het West-Vlaamse Rode Rund. Echte smaakbommen die maar eventjes de hete grill zien voor ze in volle glorie geserveerd worden. Wat wil die consument nu eigenlijk? En hoe kan je daar als producent voor de foodservice succesvol op inspelen?
Eet de consument minder vlees dan vroeger? Inderdaad, er zijn meer vegetariërs. Nogal wat millennials keren vanuit milieubewustzijn het eten van vlees de rug toe. Maar nog veel talrijker zijn de consumenten voor wie vlees niet zo nodig elke dag moét. Niet zozeer uit bezorgdheid om de toekomst van de planeet, wel omdat zij ook veel andere dingen lusten en omdat zij gezond en slank willen blijven. Of worden. De impact van voeding op gezondheid wordt hoog ingeschat. Maar wat is nu precies gezond? Dat is voer voor discussies. Media en social media drijven erop.
Flexitariërs
Nogal wat consumenten herkennen zich in de quote van Michael Pollan:
“Eat food, not too much, mostly plants.”
Net zoals zij zich herkennen in het begrip ‘flexitariër’. Deze stroming dateert niet van gisteren. Je ziet die duidelijk in het retailaanbod en de horecakaart. De consument die geen zin heeft in vlees (om welke reden dan ook) hoeft niet langer genoegen te nemen met die ene groenteburger of dat eenzame ‘all veggie’ slaatje op het menu.
Strategie van de vleesindustrie
Deze trend heeft uiteraard ook zijn impact op de vleesindustrie. Haast elk bedrijf uit de sector vraagt zich af hoe in te spelen op de veggie trends. Sommigen zetten resoluut de tegenaanval in. Grote vleesproducenten ontwikkelen zelfs hun eigen plantaardige alternatieven voor vlees, op basis van tofu en quorn, quinoa en rijst, pompoen, kikkererwten, zoete aardappel, noten, … Deze vleesvervangers krijgen allerlei vormen, van balletjes, reepjes en blokjes tot stevige burgers en gevulde schnitzels.
De hamvraag is wel, in hoeverre je dit als vleesproducent op een geloofwaardige manier onder eigen merk kunt doen – en hoe je dat het beste doet. Zonder je kernaanbod te ‘kannibaliseren’.
Of creëer je beter een nieuw submerk? Die strategische oefening is absoluut de moeite waard. Foodproof helpt je hier concreet bij trouwens.
Het vlees en de jus
Tenminste, áls je die oefening wilt doen. Want er zijn aanwijzingen dat de consument helemaal niet zo afkerig is van vlees. Integendeel, zelfs. Het succes van slager Dierendonck en de opkomst van de betere steaks (ongegeneerd met vet dooraderd) bewijst dat er wel degelijk een markt is voor vlees. Tenminste, toch voor vlees dat kwaliteit, smaak én beleving brengt. Daar kun je nog een vierde element aan toevoegen: vlees met een verhaal. Mensen willen niet alleen iets lekkers proeven, maar ook vernemen waar dit vlees vandaan komt, wie het heeft geproduceerd, over welk ras het gaat, en zo meer.
Het verhaal is de ‘jus’ die het vlees pas écht lekker maakt.
Terug naar de vleesindustrie
Aan de factor ‘verhaal’ heeft de vleesindustrie in België en Nederland de laatste jaren wellicht te weinig aandacht besteed. De focus lag vooral op het functionele: minder vet, meer controles en veiligheid. Nu is het tijd om verder te kijken dan product-intrinsieke kwaliteiten. Vandaag steunt een succesvol concept op vier pijlers: kwaliteit, smaak, beleving én verhaal.
Is dit in tegenspraak met het ‘vlees-moet-niet-zo-nodig’ van de huidige consument ?
Nee, het gaat er perfect mee samen. Zelfs heel bewuste eters gaan nu en dan eens goed uit de bol om daarna weer in de pas te lopen. Of: “Als je het doet, doe het dan goed”. Volop genieten mág weer. Dit opent uiteraard prettige perspectieven voor écht vlees, volle zuivel, royale desserts en dergelijke meer.
Benieuwd wat jouw consument nu eigenlijk wil – of wat jij kan leren uit de vleesindustrie – en hoe je daarop best inspeelt? Foodproof verkent samen met jouw team de trends, maakt analyses en verzamelt relevante data, bouwt een opportuniteitenplatform, begeleidt de ontwikkeling van nieuwe concepten en producten, … Maar eerst: een goed gesprek. Geef Foodproof een seintje.