“In België zijn we ons amper bewust van wat voeding met ons lichaam doet en welke voedingsstoffen goed zijn voor je.” Ilse Duponcheel, oprichtster van de gastronomische community en het gelijknamige magazine Dolce, trekt aan de alarmbel. In dit interview legt ze het probleem bloot én reikt ze een aantal kansen aan voor de foodservice sector.
“Een lunch die bestaat uit een belegd stokbrood en een blikje cola. En dan vragen we ons af hoe het komt dat we in de namiddag futloos zijn”, klinkt het bij Ilse Duponcheel. Zij richtte Dolce World op, een gastronomische community met culinaire evenementen. Ze heeft er al een mooie carrière opzitten in de ‘food & beverage’-sector, met jobs die haar de wereld rond brachten.
“Vooral China heeft een enorme indruk op me gemaakt. Hoewel ik in Nanjing lange dagen maakte en in een ongunstig klimaat leefde, voelde ik me erg energiek én verloor ik heel wat kilo’s. Het viel me enorm op hoe anders de Chinese bevolking omgaat met voeding en energie. Het heeft mijn ogen geopend.”
Wat moeten we ons voorstellen bij energetische voeding?
Ilse Duponcheel: “Energetische voeding bestaat uit voedingsmiddelen die je lichaam geven wat je nodig hebt. In China weet elke persoon, zelfs een kind, wat beter bij hem of haar past. Een Chinese tafel staat boordevol eten met voor elk wat wils. Ze gaan er heel bewust mee om. Ook wanneer ze bijvoorbeeld ziek zijn, denkt men ook na welke voeding hen kan helpen om er bovenop te raken. Maar niemand is hetzelfde, je moet dus zelf ontdekken bij welke voeding je jezelf het best voelt.”
“Fruit en groenten zijn het beste voorbeeld van energetische voeding. In China zullen ze daarbovenop proberen om deze producten niet of weinig te verwerken in de keuken. Als ze wokken, dan proberen ze dit erg beperkt te houden. Op die manier wordt de ‘chi’ of de kracht in de voeding behouden. Chinezen staan daarom ook weigerachtig tegenover het eten van restjes, want de kracht is al lang verdwenen uit het gerecht.”
Hoe is het gesteld met de energetische waarde in onze voeding?
Ilse Duponcheel: “Een groot deel van onze voeding bestaat uit geraffineerde ingrediënten, bewerkt met chemische bestanddelen. Het enige wat deze producten met je lijf doen, is tijdelijk je suikerspiegel de hoogte injagen. Je belandt in een rollercoaster, want na de suikerboost voel je je erg moe en moet je opnieuw eten. Daarnaast gaan heel wat vitamines en mineralen verloren omdat we de ingrediënten te veel bewerken.”
Hoe kan de foodservice sector hierop inspelen? Waar liggen de kansen?
Ilse Duponcheel: “Out-of-home moet het volgens mij meer mogelijk worden je eigen gerecht samen te stellen. Wie heeft ooit beslist dat elke maaltijd uit vlees/vis, groenten en aardappelen moet bestaan? Waarom zou je iets op het bord leggen dat de consument toch niet wil opeten? Bied tal van kleine porties aan op de menukaart, laat de consument zelf kiezen en combineren. We moeten ook meer aandacht besteden aan gezonde tussendoortjes zoals snoeptomaatjes.”
“De foodservice sector moet de trend van ‘farm-to-table’ helemaal omarmen. In China is het dus van primordiaal belang dat voeding zijn kracht behoudt, dat alles kraakvers is. Het zou ook in België een streefdoel moeten zijn voor foodservice bedrijven om ingrediënten zo weinig mogelijk te manipuleren tijdens het productieproces. En eerlijkheid ten opzichte van de consument is belangrijk. Nu moet je zelf op zoek gaan naar de juiste informatie over ingrediënten.”
Raakte je geïnspireerd door deze blogpost over Ilse Duponcheel van Dolce? Weet dan dat jij ook met jouw foodservice bedrijf een nieuwe weg kunt inslaan. Benieuwd hoe dat in zijn werk gaat? Contacteer Marc en Wim van Foodproof en zij gaan met jou aan de slag.