De Belgische foodservice sector staat aan de vooravond van een revolutie

De foodservice sector in België is een belangrijke motor van onze economie. Onze liefde voor goed eten en drinken heeft geleid tot een groot en divers aanbod van frituren, restaurants, cafés, bistros en andere eet- en drinkgelegenheden. Maar ook hotels, bedrijfs- en zorgcateraars, event-organisatoren en partycateraars maken deel uit van deze sector. Eveneens de vele toeleveranciers, distributiecentra, cash&carry zaken en de talrijke fabrikanten die producten vermarkten, zijn onderdeel van deze branche. Een branche die gekenmerkt wordt door aandacht voor productoplossingen en het verlenen van genot aan de veeleisende gast. Deze Belgische foodservice sector staat vandaag echter aan de vooravond van een ingrijpende revolutie.

Lokaal ondernemerschap is een kenmerk van onze foodservice sector. Heel vaak al wordt er gewezen op de hoge loonkosten en het moeilijke klimaat waarin horeca ondernemers hun zaak moeten runnen. Niets is minder waar trouwens voor de vele toeleveranciers. Er wordt hard gewerkt in deze sector en men zoekt steeds naar oplossingen. Maar ook een bepaald deel van de omzet die niet officieel is, wordt in één adem genoemd als het gaat over de wegen naar een beter bedrijfsresultaat. Echter, met de strengere fiscale controles en de invoering van de geregistreerde kassa komt er gaandeweg een einde aan dit zwarte circuit. En hiermee stijgt zienderogen de interesse van buitenlandse ketens en investeerders. De Belgische markt voor eten en drinken is immers, dankzij onze grote interesse in deze tak van sport, erg interessant. Niet alleen een introductie op onze markt is voor buitenlandse spelers een kans. Ook het overnemen van bestaande bedrijven geeft mogelijkheden om geld te verdienen.

Bestaande ketens uit het buitenland hebben doorgaans reeds lang efficiency maatregelen genomen om de te hoge loonkost terug te dringen. Schaalgrootte en een beter georganiseerd centraal inkoopbeleid zijn andere pluspunten. In combinatie met strak afgelijnde formules die zeer goed gericht zijn op het verleiden van de consument op sterk onderscheidende elementen, geeft dit deze spelers een onmiskenbaar voordeel ten opzichte van onze vele lokale horeca ondernemers. Hierdoor dreigt er misschien een verschraling van het aanbod. Maar volgt zeker ook een versnelde internationalisering en een professionalisering van het inkoopproces en de supply chain. Want bij grotere internationale spelers volgen vaak ook de grotere toeleveranciers en samenwerkingsakkoorden met grote fabrikanten.

Om het verschil te maken, gaan lokale horecazaken zoeken naar oplossingen. Al te vaak zoekt men die nog aan de kostenkant. Minder zelf bereiden en meer industrieel aankopen, lagere kwaliteit of extra druk op leveranciers die op hun beurt dan kosten gaan schrappen. Maar de consument heeft zijn grenzen en accepteert niet langer een ‘downsizing’ van het aanbod. Een foodservice formule die te weinig waarde toevoegt in de ogen van de consument heeft het vandaag heel moeilijk. Focus op kosten, verschraling van het aanbod en horecazaken die, ten einde raad, sluiten zijn slecht voor onze typische Belgische Bourgondische eigenheid en levert druk op binnen de foodservice sector. Toch betekent dit niet dat de revolutie die onze foodservice sector te wachten staat alleen maar negatief is.

Er dringt zich een verregaande professionalisering op. Niet alleen inzake management, geld verdienen is immers de boodschap, maar zeker ook in het brengen van toegevoegde waarde voor de eindgebruiker (outlet) en de consument. Deze kan heel verschillend zijn naargelang het type zaak of de specifieke functie (eindgebruiker vs toeleverancier) die een speler binnen de branche heeft. Er is dus nood aan beter beheer, meer innovatie, meer toegevoegde waarde. Inspelen op de ketenvorming is één aspect en biedt nieuwe kansen. Het andere aspect is het verschil maken met die ketens door meer beleving te bieden. Ons horecalandschap zal in de toekomst, simpel gezegd, bestaan uit strak georganiseerde formules die vaak berusten op het aanbieden van snelle, en steeds betere, gemaksvoeding. Langs de andere kant is er meer dan genoeg ruimte voor zaken die de consument veel meer culinaire beleving bezorgen. Een keuze maken in waar men voor wil staan en dan voluit alle elementen van die formule hier op afstemmen is in ieder geval cruciaal. De vele leveranciers en food fabrikanten zullen ook hun rol hierin moeten spelen en dezelfde keuzes moeten maken. Enkel op tijd de juiste producten leveren of gewoon lekker eten serveren is ruim onvoldoende om het verschil te maken vandaag.

We staan aan de vooravond van een revolutie. Een revolutie op vlak van internationalisering van deze sector maar ook een revolutie op vlak van professionalisering die nodig is om in deze sector te overleven. En zeker voor de Belgische spelers vandaag is een professionalisering noodzakelijk om het verschil te maken en de hoge kwaliteit waar ons land voor bekend is te vrijwaren. Dit laatste is een ijzersterk imago dat een fantastische basis kan vormen om op basis van degelijke inzichten duurzaam toegevoegde waarde te bieden. Belgen zijn genieters, laat ons ervoor zorgen dat we dat blijven doen binnen de diversiteit die deze sector te bieden heeft.